Sanctjes

13899-a1.jpeg

Devotieprent Rosalia van Palermo, anoniem, ca. 17de-18de eeuw, Ruusbroecgenootschap, deelcollectie heiligen, Rosalia van Palermo, H1.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Devotieprenten

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Het sanctje of devotieprentje is een belangrijke rol gaan spelen in het geloofsonderricht aan het lagere, deels ongeletterde katholieke volk en in de verspreiding van de juiste katholieke geloofswaarden. Devotieprenten – evenals de vele andere religieuze uitbeeldingsvormen – waren dan ook het beste middel om de geloofsbelijdenis van alleman te kunnen begeleiden. Aanzetten tot vrome gedachten en godsvruchtig gedrag waren het voornaamste doel. Het handige aan deze prenten was dat men ze te allen tijde bij zich kon dragen en overal mee naar toe kon nemen.

Devotieprenten waren voor de geestelijkheid in de vijftiende en zestiende eeuw een praktisch hulpmiddel om het gelovige volk, dat in meerderheid nog ongeletterd was, te onderrichten. Hoewel er in de zeventiende en achttiende eeuw enige kritiek kwam op de oude devoties – eerst door het jansenisme, daarna door de verlichtingsfilosofie – bleven vele gewone mensen de sanctjes een warm hart toedragen. Devotieprenten bleken nuttig om de geloofsijver te activeren en als beloning.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Enkele devotieprenten uit de collectie van het Ruusbroecgenootschap

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Antwerpen was een van de belangrijkste centra voor devotieprentenproductie in de Lage Landen. Ten minste 10 van de 15 zelfstandige graveurs die in 1616-1617 van de Antwerpse Sint-Lucasgilde deel uitmaakten, vervaardigden – naast ander werk – devotieprenten: Jan Baptist Barbé, Adriaan en Jan Collaert, Peter de Jode, Karel de Mallery, Cornelis en Theodoor Galle, Michiel Snyders, Abraham van Merlen en Hiëronimus Wierix. Zeker 40 procent van alle 82 graveurs, die tussen 1586 en 1650 in de gilde als meester werden opgenomen, hebben zulke religieuze grafiek vervaardigd. 

RG-PC H1, Franciscus Xaverius 8.5.1.tif

Devotieprent H. Franciscus Xaverius, Cor. de Boudt, ca. 1660-1738, Ruusbroecgenootschap, RG-PC H1, Franciscus Xaverius 8.5.1.

Sanctjes drongen door tot alle lagen van de bevolking, zowel in de Zuidelijke Nederlanden, als in grote delen van Europa. Ze bereikten zelfs Zuid-Amerika via wijdvertakte handelsrelaties en missies van jezuïeten. Nog voor het midden van de zeventiende eeuw begon de artistieke waarde van de Antwerpse devotieprenten geleidelijk aan af te brokkelen. Toch vormde deze kwaliteitsvermindering geen onmiddellijk probleem vanwege de sterk ontwikkelde sector. Er had ook een verschuiving plaatsgevonden in de vraag. Een zo ruim mogelijk ‘volks’ publiek moest bereikt worden via goedkopere prenten. Devotieprenten werden dus echte massaproducten.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1 Pestpatronen, Michiel Bunel.jpg

Pestpatronen H. Sebastiaan, H. Adrianus, H. Carolus Borromeus en H. Rochus, Michiel Bunel, ca. 1670-1766, Ruusbroecgenootschap, deelcollectie heiligen, Pestpatronen, H1.

7 Pestpatroon Rochus.jpg

Pestpatroon H. Rochus met gebed, anoniem, ca. 17de-18de eeuw, Ruusbroecgenootschap, deelcollectie heiligen, Pestpatronen, H1.

Veruit de meeste gravures toonden enkel de heilige. Meestal werden de heiligen vrij heroïsch weergegeven met hun typische kledij, traditionele attributen of hun wonderdaden verrichtend. Onderaan de meeste prentjes prijkte in sierlijke letters de naam van de voorgestelde heilige(n), zodat een eventuele vergissing uitgesloten werd.

2 Pestpatronen, C. Galle.jpg

Pestpatronen Jezus, Maria, Jozef, H. Anna en H. Theresia, C. Galle, ca. 1576-1678, Ruusbroecgenootschap, deelcollectie heiligen, Pestpatronen, H1.

Deze summiere beeldinformatie volstond, omdat zij aangevuld werd door een vooral mondelinge traditie. De mensen wisten welke heiligen te aanroepen tegen welke kwalen en kenden de mirakelverhalen en legenden.

4 Pestpatronen.jpg

Pestpatronen, anoniem, ca. 17de-18de eeuw, Ruusbroecgenootschap, deelcollectie heiligen, Pestpatronen, H1.

De prenten vormden er een illustratie bij. Tevens leverden zij een geheugensteuntje dat aan de afgebeelde heilige deed denken. Ook herinnerden de sanctjes jong en oud er aan dat zij een beroep mochten doen op heiligen als helpers in nood, waar en wanneer dan ook.

6 Pestpatroon Rochus.jpg

Pestpatroon H. Rochus, anoniem, ca. 17de-18de eeuw, Ruusbroecgenootschap, deelcollectie heiligen, Pestpatronen, H1.

De iconografie van de ‘sanctjes’ kan dus, met andere woorden, niet losgekoppeld worden van de predicatie, het onderricht, de godsdienstopvoeding en zodoende niet van de gangbare theologische opvattingen van het ogenblik.

13881-a1.jpeg

Devotieprent H. Rosalia van Palermo, anoniem, ca. 17de-18de eeuw, Ruusbroecgenootschap, deelcollectie heiligen, Rosalia van Palermo, H1.

Vanaf het einde van de zeventiende eeuw werden er haast geen nieuwe gravures meer gesneden. Toch bleven de sanctjes voor vele gelovigen een grote gevoelswaarde bezitten en een steun vormen bij hun geloofsbeleving. Men begon dan ook te woekeren met de koperplaatjes die door de voorgaande generaties waren overgeleverd.

Koperplaat 91.jpg

Koperplaat S. Rosalia van Palermo, Galle C., ca. 1576-1678, burijngravure, 94x66mm, Ruusbroecgenootschap, RG-PC Koperplaten 91.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Devotieprenten konden de tand des tijds doorstaan als bidprentjes in de negentiende eeuw. Al in 1776 werden bidprentjes verspreid voor een Antwerpse overledene, maar echt ingeburgerd geraakten zij in de Zuidelijke Nederlanden pas na 1800. Als perkamenten of papieren dragers voor bidprentjesteksten bezigde men sanctjes met de meest uiteenlopende voorstellingen. Vrijwel al wat de prentjeshandelaar toevallig in voorraad had, bleek te kunnen dienen. Dit lukraak gebruiken van wat onder de hand kwam, wijst erop dat de betrokken afbeeldingen hun oorspronkelijke betekenis verloren hadden.

Enkele negentiende-eeuwse bidprentjes met de H. Rosalia van Palermo op de voorzijde, Ruusbroecgenootschap, deelcollectie heiligen, Rosalia van Palermo, H1.

Cultus duliae
Sanctjes