Katholieken hechten veel waarde aan het herinneren van de overledenen door de gemeenschap der levenden. Dit vloeit voort uit het geloof in het vagevuur. Deze tijdelijke tussentoestand is voorzien voor gelovigen die bestemt zijn voor de hemel maar wiens zielen niet geheel zuiver zijn. Die onzuiverheid komt door de zonden die zij op aarde begingen. In het vagevuur reinigt het vuur de zielen. Daarna mogen deze gelovigen toetreden tot de hemel.
De levenden schoten gestorven familieleden en vrienden daarom vaak te hulp. Hun tussenkomst was cruciaal. Met gebeden en bidprenten konden zij de tijd van de doden in het vagevuur verkorten. Ook leken konden daardoor een belangrijke rol spelen in de redding van het zielenheil van een overledene.