Middeleeuwse gelovigen en vroegmoderne katholieken schonken veel aandacht aan de vier uitersten: de dood, het Oordeel, de hel en de hemel. Deze thematiek keerde terug in veel stichtelijke literatuur. Het Cordiale de quatuornovissimus(1450)van priester Gerard van Vliederhoven was zeer populair. Dit kwam met name door de Moderne Devotie, een invloedrijke spirituele hervormingsbeweging in de laatmiddeleeuwse Lage Landen. De uitersten verschenen echter eveneens in schilderijen, rederijkersteksten, liederen en devotionele prenten. De centrale boodschap luidde "gedenk uw uitersten". De dood was onvermijdelijk. Hetzelfde gold voor het Oordeel, dat kon leiden tot een eeuwigheid in de hemel of in de hel. De continue overpeinzing op de uitersten diende gelovigen gehoorzaam, barmhartig en vroom te maken. Ook moest het hen aansporen om gepleegde zonden toe te geven en hiervoor boete te doen. Zo konden zij een goede plek in het hiernamaals verkrijgen.
Veel devotieprenten tonen de vier uitersten in combinatie met het kruis. Mogelijk refereert dit naar de kruisdood van Jezus Christus. Zijn offer verwijdert de erfzonde van Adam en Eva. Hierdoor kregen alle christenen de mogelijkheid om tot de hemel toe te treden. Het kruis keert terug in de prent die toebehoorde aan Gerardus de Rotte. De dood wordt verbeeld als skelet omringd door doodshoofden, zeisen en een zandloper. Bovenin houdt God een weegschaal vast. Dit verwijst naar het Oordeel en Zijn rol hierin. Een vlammend zwaard representeert de hel. Tot slot staat de palmtak voor de hemel. Dit symbool houdt verband met de dood en tenhemelopneming van Maria maar eveneens met de kracht en standvastigheid van martelaren.
Dat leken stilstonden bij de vier uitersten blijkt uit een laat-achttiende-eeuwse biechtspiegel. De bezitster registreerde al haar zonden en illustreerde deze met zelfgemaakte tekeningen. Zij bereidde zich met dit hulpinstrument voor op de biecht. Mogelijk waren dergelijke boeken bedoelt voor doofstomme personen. Zo konden zij tijdens de biecht simpelweg aanwijzen welke zondes zij begaan hadden. De vrouw wijdde vier pagina's aan de uitersten. De dood verbeeldde zij als een skelet dat over een lijk fladdert. Ook toont deze eerste afbeelding de drie mogelijkheden voor het hiernamaals: de hemel, het vagevuur en de hel.
De tweede pagina toont het oordeel. Na de beoordeling van de ziel leidden een engel en een demon de overledenen naar hun bestemming in het hiernamaals. De bezitster beeldde de hel uit als een soort beest. De verdoemde zielen branden in zijn muil terwijl demonen toekijken.
Tot slot toont de laatste bladzijde de uitverkorenen in de hemel. Zij verblijven in de aanwezigheid van God, Jezus Christus en de Heilige Geest.