Het afbeelden van de dood kende vaak een moraliserend doel. Het moest de gelovigen aansporen zich te gedragen volgens de christelijke normen en waarden. Een specifieke iconografische trend richtte zich op jongeren; de afbeeldingen van rijk geklede skeletten berispten uitbundig en ijdel gedrag. Men zag ijdelheid namelijk als een zonde. Dit hing samen met het nastreven van vergankelijke schoonheid.
Afbeeldingen over de dood dienden vanaf de vroegmoderne tijd steeds vaker als morele waarschuwing tegen ijdelheid. Deze twee prenten tonen één mannelijk en één vrouwelijk skelet. Beide zijn uitgedost met excentrieke hoeden met veren. Dit verwijst expliciet naar een ijdele persoonlijkheid. Het vrouwelijke geraamte draagt daarnaast een masker en bloemen. Tot slot verwijst de tekst bij deze prent naar haar 'ijdel cieren'.