---> Laatmiddeleeuwse bestsellers: getijdenboeken

Neerl 1 96r.jpg

Dit handschrift bevat een kopie van de getijdenvertaling van Geert Grote en wordt bewaard in de bibliotheek van het RG (Neerl. 1). 

Getijdenboeken waren de populairste boeken in de periode van de veertiende tot de zestiende eeuw. Geen enkel ander boek kende in de late middeleeuwen een gelijkaardige oplage. Het is dan ook niet verwonderlijk dat vandaag naar dergelijke boeken verwezen wordt met de hedendaagse (en hoewel anachronistische) term bestseller. Getijdenboeken waren een soort gebedenboeken. Een getijdenboek is een gebedenboek, maar een gebedenboek is niet per se een getijdenboek. Rudolf van Dijk, een prominent geleerde in de geestelijke letterkunde, stelt dat het getijdenboek in de christelijke gebedsliteratuur een eigen genre vormt dat zich onderscheidt van twee andere subgenres die eraan verwant zijn: de (private) gebedenboeken en de brevier. Laatstgenoemde betreft het boek met de officiële liturgische getijden van de Kerk voor de clerici, kanunniken en monniken. 

Het getijdenboek onderscheidt zich van andere gebedenboeken doordat ze, wat de inhoud betreft, voornamelijk uit de zogenaamde ‘getijden’ of ‘officies’ bestaan. Dergelijke gebeden werden ingepland op vaste momenten in de dag. Het getijdenboek fungeerde eigenlijk als een kerkelijke kalender. De ingeplande gebeden brachten structuur aan in het leven van de mensen en creëerden routines van persoonlijke devotie en gebed. In totaal bestaan er acht officies: de canonieke uren van Metten (na middernacht), Lauden (voor zonsopgang), Prime (bij het aanbreken van de dag), Terts (halverwege de ochtend), Sext (middag), None (middag), Vespers (zonsondergang) en Completen (voor het slapen gaan). Deze gebedstijden worden in het Latijn de Horae Cononicae genoemd, of kortweg de ‘getijden’, wat de naamgeving van dergelijke boeken verklaard.

Door op vaste uren te bidden imiteerden leken (mits aanpassing) de praktijk van monniken en nonnen. Ieder gebedsuur bestaat uit een wisselend aantal psalmen en bijhorende antifonen, lessen ('capittels') met hun responsoria, verzen, hymnen en collecten (gebeden). De getijden die gedurende de (werk)dag werden gelezen (prime, terts, sext en none) waren veel korter dan de overige gebedsuren, die ofwel heel vroeg (metten en lauden) of heel laat (vespers en completen) gelezen werden. 

De structuur van getijdenboeken bestond grotendeels uit een vast patroon. Als eerste was er altijd een kalender (calendarium) waarin alle feestdagen rond heiligen en andere kerkelijke feesten per maand werden opgelijst. Het was tevens een hulpmiddel om de datum van Pasen te berekenen, de belangrijkste feestdag. Daarnaast bevatte het boek kortere teksten (perikopen) die een bloemlezing waren van de vier evangeliën. De kern van de inhoud bestond uit de 'Mariagetijden'. Deze tekst bestond vooral uit psalmen, lofzangen en afsluitende gebeden (oraties). Daarenboven waren er de zogenaamde psalteria. Deze bestonden meestal uit de boetepsalmen: de zeven psalmen die koning David zou neergeschreven hebben als boete voor zijn zonden. Bovendien waren er ook litanieën en dodenofficies. Dodenofficies werden gelezen bij het overlijden van iemand en zouden de tijd van de overledene(n) in het vagevuur verkorten. Ten slotte waren er de 'suffragia', op zichzelf staande gebeden gericht tot heiligen om bijvoorbeeld hulp te verkrijgen bij ziekte.

Teksten in getijdenboeken waren onder meer overgenomen uit de lekenpsalter zoals de centrale 'Mariagetijden'. Volgende teksten waren populair: 'de getijden van de Heilige Geest', 'suffragia', Maria-gebeden en het sacramentsgebed ‘Overste priester ende gewaer bisscop’. Andere gebeden die vaak voorkwamen waren deze die betrekking hadden op het lot van de ziel na de dood. De lengte kon verschillen. Zo bestonden er van onder meer de 'Kruisgetijden' en de 'H. Geestgetijden' een lange en een korte versie.

Toch was geen getijdenboek identiek. Afhankelijk van de opdrachtgever en het onderwerp van de getijden werden andere teksten opgenomen. In Zuid-Nederlandse getijdenboeken werden bijvoorbeeld vaak evangelielessen opgenomen.   

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~