Mede-lijden met Christus? Het passieverhaal in de laatmiddeleeuwse devotiecultuur.

hans_memling_passie.jpg

'Taferelen uit de Passie van Christus', geschilderd door Hans Memling (ca. 1430 – 1494) in 1470-1. 

Bij wijze van inleiding is het interessant een beknopt overzicht te geven van het leven en passieverhaal van Christus. Klik hier om het verhaal op interactieve wijze te beleven! 

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

In de vier evangelies krijgt het lijden van Jezus het meeste aandacht van alle episodes uit Zijn leven. Het verhaal over het lijden en sterven van Christus wordt ook het 'passieverhaal' genoemd. Het lijkt paradoxaal dat het lijden en sterven zo'n cruciale rol speelde, aangezien het een gruwelijk verhaal is. Kruisiging was namelijk een van de pijnlijkste manieren om te sterven. Jezus kreeg voorafgaand aan de kruisiging bovendien nog eens een 39-tal zweepslagen, klappen in zijn gezicht en de doornkroon opgezet. Daar komt dan nog eens de vernedering en het psychische lijden bij kijken. De emotionele woorden "Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?" die Jezus uitspreekt wanneer hij aan het kruis hangt zijn ongetwijfeld een van de meest hartverscheurende woorden uit het passieverhaal. Het gevoel van godverlatenheid deed voor Hem waarschijnlijk meer pijn dan zijn fysieke lijden. Toch was het zo belangrijk, want als Jezus niet was gestorven, zou de mensheid niet verlost zijn van de erfzonde, veroorzaakt door Adam en Eva. In 'moderne' kerken (vb. liberale), wordt de gruwel soms wat onder tafel geschoven, een tendens die reeds bij de humanisten aanbod kwam.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

"Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?"

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Waarom was het passieverhaal nu zo populair in de laat middeleeuwse devotiecultuur? De populariteit is voortgevloeid uit een lange traditie van teksten waarin het lijden en de dood van Christus gezien werd als een centrale gebeurtenis/handeling in de geschiedenis van de mensheid. De thematiek ontpopte zich reeds in de twaalfde eeuw met belangrijke aanzetten van onder meer Bernardus van Clairvaux (1090-1153). In de dertiende eeuw werd hier een verdere stimulans aan gegeven door bijvoorbeeld Franciscus van Assisi (1181/2-1226). In de late middeleeuwen kende ze een echt hoogtepunt.

Gelovigen dienden het leven van Christus na te volgen. Het was voor de gelovigen dan ook belangrijk zich zeer goed in te leven in de situatie en de pijn die Christus onderging. Men hechtte veel belang aan het mede-lijden met Christus. Het idee van de navolging van Christus hangt dus samen met de populariteit van het passieverhaal. Om Christus te kunnen navolgen, diende men natuurlijk zijn leven te kennen en te begrijpen. In het lijden en sterven van Christus zagen de mensen een vorm van verlossing van de mensheid. Door te sterven had Hij zich opgeofferd voor de mensheid. De noodzaak van zijn dood was de erfzonde. Gelovigen moesten Zijn dood mee voelen. 

Daarenboven is het noodzakelijk de populariteit in context te plaatsen. De late middeleeuwen en ook zeker de vijftiende eeuw was namelijk een periode waarin heel erg sterk de nadruk kwam te liggen op de dood. In de literatuur kwamen thema's naar voren zoals droefheid en lichamelijk verval. Mensen werden op dagelijkse basis geconfronteerd met de dood en het lijden. Er was een hoge sterfte bij zowel volwassenen als kinderen door ziekte, honger of geweld. De pest bracht mensen nog meer tot het besef dat men vergankelijk was. Deze gedachte is er dus altijd al geweest, maar werd door de epidemie op een nieuwe manier uitgedragen. 

Religieuzen, 'gewone' burgers en de kerk stonden meer en meer stil bij het idee van het hiernamaals. Dit werd vooral aangestuurd door de kerk zelf, die een bloeiende aflatencultuur oprichtte om hiervan te profiteren. Op dat moment was ook een nadruk komen te liggen op een verinnerlijkte geloofsbeleving. Als men een vroom leven wilde leiden, diende men zichzelf innerlijk te hervormen naar het voorbeeld van Christus. Door te lijden hadden de mensen een kans Christus te imiteren. Lijden kon ook troostend werken. Dat het lijden en sterven van Christus zo centraal stond hangt bovendien ook samen met het feit dat de gebeurtenis zelf gewoon het belangrijkste aspect is uit het levensverhaal van Christus die zorgde voor de verlossing van de erfzonde. Ook de martelaren kregen trouwens heel wat aandacht, de thematiek van lijden en lichamelijke kwelling was dus zeker niet beperkt tot Christus alleen.

Het passieverhaal werd op heel wat verschillende manieren afgebeeld. Er werden vaak heel gedetailleerde en dramatische beschrijvingen gemaakt die voor de hedendaagse mens morbide zouden aanvoelen. Meditaties of andere teksten werden geschreven door auteurs uit verschillende achtergronden, voorbeelden zijn Thomas à Kempis (1380-1471) en Jan Hus (1369-1415). Epische passieverhalen, maar ook meditatieve teksten zoals preken, brieven en gebeden waren populair. Het was de norm om het verhaal te brengen op een heldere, affectieve wijze, met concrete uitbeeldingen en realistische taferelen. Vanaf de veertiende eeuw werden heel wat passieteksten vertaald uit het Latijn en nam het aantal volkstalige teksten toe. Het was ook de bedoeling om materiaal te voorzien voor de gelovigen die geen Latijn machtig waren, veel vrome leken behoorden immers tot de geïnteresseerden in de teksten. De vijftiende eeuw was een periode van hoogtij voor devotionele teksten, met passieverhalen in het centrum. Bovendien werden tal van oefeningen neergeschreven die de gelovige kon uitvoeren.

Naast de neergeschreven vormen waren ook de ongeschreven elementen van belang. Er werden toneelopvoeringen georganiseerd zodat de gelovigen het verhaal letterlijk voor ogen konden zien. Een voorbeeld zijn de jaarlijkse paasspelen die de gelovigen nog meer kansen gaven de passie intens te beleven. Vanaf de veertiende eeuw hadden toneelopvoeringen hun originele liturgische karakter verloren en kwamen ze op in de volkstaal. Gelovigen ondernamen ook reizen naar Jeruzalem.

Deze thematiek werd ook zeer visueel voorgesteld: Christus werd afgebeeld met heel veel bloed, tal van wonden en een mager, uitgemergeld lichaam. Het grote detail en realisme waarmee Christus afgebeeld werd, verzekerde een hogere mate van inleving en een beter begrip en waarde voor de opoffering van Christus voor het heil van de mensen. Leken kochten bijvoorbeeld goedkope losse prenten. De afbeeldingen werden naarmate de tijd vorderde alsmaar gruwelijker. De houtsneden en drukkunst waren onder meer belangrijke media, zoals hierna nog zullen zien. Christus werd afgebeeld aan het kruis, maar ook nieuwe elementen werden afgebeeld : de Arma Christi, de instrumenten van de pijniging, werktuigen van de passie. Voorbeelden zijn: het kruis, de doornenkroon, de zuil waaraan Jezus gegeseld werd, de zweep, etc. Een bekende afbeelding is de 'Man van Smarten', waar heel wat varianten op bestaan.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

De man van smarten.jpg

De 'Man van Smarten' is een devotionele afbeelding waarop Christus  afgebeeld wordt met Zijn wonden: nagels in zijn handen en voeten, de lanssteek in zijn zijde en de doornkroon op zijn hoofd. Deze afbeelding kent heel wat varianten. ('De Man van Smarten', Geertgen tot Sint-Jans,
Utrecht, Museum Catharijneconvent, 1490).

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Mede-lijden met Christus? Het passieverhaal in de laatmiddeleeuwse devotiecultuur.