Wat zijn gebeden?

Gebed.JPG

Het 'Hemels palm-hof beplant met godtvrugtige oeffeningen, klyne getyden, litanien, gebeden &c', bewaard in de bibliotheek van het RG. (RG 3046 L13).

Voordat we dieper kunnen ingaan op de gebedenboeken, is het interessant stil te staan bij de betekenis van de term 'gebed'. De term lijkt vanzelfsprekend, maar verdiend zeker enige duiding.

 Het belang van gebeden werd in de Bijbel reeds benadrukt. Bidden was dan ook gedurende de hele middeleeuwen een prominente bezigheid. Het werd gezien als middel om dichter bij God te komen en Hem om hulp te vragen. In wezen was het gebed een uitdrukking van de relatie tussen God en de gelovige. 

De term 'gebed' kent twee verschillende betekenissen. In eerste plaats is een gebed een geestelijke 'opstijging' van de ziel tot God. Een geloofsdaad. Ten tweede verwijst het naar een gebedstekst. Wanneer de term als geloofsdaad gebruikt wordt, gebeurt dit via teksten en gebedsformules. Alle teksten die op eender welke manier konden helpen bij de 'opgang' van de ziel zijn gebedsteksten. Deze teksten kunnen van tevoren neergeschreven zijn, maar evengoed tijdens het bidden zelf tot stand komen. Het neerschrijven van de tekst op voorhand is voordelig, in die zin dat de gedachten tijdens het bidden niet snel afdwalen. Als een reeds bestaande tekst gebruikt wordt bij het gebed, wordt dit een 'gebonden gebed' genoemd. Bidden zonder een op voorhand geschreven tekst wordt 'vrij gebed' genoemd. De woorden werden vrij gekozen in dialoog met God. Men zou de term 'gebed' ook in striktere zin kunnen definiëren om enkel te verwijzen naar teksten gericht tot een hogere macht met de 'ik-persoon' uit de tekst die bidt, belijdt, looft of dankt. Daarnaast bestond er een bijzondere, hogere vorm van het gebed. Deze wordt het 'mentale gebed' genoemd, een soort geestelijke communicatie tussen God en de biddende gelovige.

 De gebeden werden vaak luidop uitgesproken, aangezien dit de concentratie bevorderde. Dit wordt het 'uitwendig gebed' genoemd. Er zijn twee soorten uitwendige gebeden: het gemeenschappelijk gebed ('collectief gebed') en het privégebed ('privaat gebed'). Het eerste werd gebeden in groep (vb. diensten in de kerk), het tweede was een gebed dat dient voor privé-aangelegenheden. Gebeden kunnen ook op rijm geschreven zijn. We spreken dan van 'berijmde gebeden'. Er bestaan twee soorten berijmde gebeden: 'zelfstandige gebeden' en 'geïncorporeerde gebeden', die deel uitmaken van een grotere tekst. Dergelijke gebeden werden vaak geplaatst op het einde van het gebedenboek. Doordat ze gebruikt werden voor het privégebed waren ze logischerwijs vaak terug te vinden in dergelijke boeken.

Gebeden waren nuttig voor gelovigen. Een overmatig gebruik van woorden werd als overbodig gezien aangezien God de gedachten van de gelovige al kende. De teksten creëerden focus en triggerden de emoties van de biddende gelovigen. Hierbij was het van belang het gebed met de juiste intentie te bidden. De gebedstekst had dus vooral de bedoeling de gelovige te emotioneren en te onderwijzen. Er waren bovendien een viertal centrale onderdelen van het gebed: belijdenis, verzoek, lofprijzing, en gedachtenis. 

God werd in de late middeleeuwen vaak benaderd via tussenpersonen zoals Maria, heiligen of engelen. Gebeden gericht tot God vormden een minderheid, omdat God 'te groot' was voor de gelovige. De gelovige keerde zich bijgevolg tot figuren die  makkelijker bereikbaar waren, zoals de antropomorfe Christus. Wanneer gebeden wel direct gericht werden tot God, kon dit verwijzen naar zowel God de Vader, Christus en de Drie-eenheid. Bovendien werden God en Christus in veel (andere) laatmiddeleeuwse teksten zo goed als aan elkaar gelijkgesteld.

Vaak werd in gebeden aan Maria gevraagd God gunstig te stemmen. Gebeden gericht tot Maria of andere heiligen waren vaak gebeden waarin opgeroepen werd tot bemiddeling. De biddende deed hierbij een verzoek tot Maria of een heilige, die dan op zijn/haar beurt als pleitbezorger bij God optrad voor de gelovige. Heiligen werden bovendien vaak gevraagd om bepaalde gunsten. Een voorbeeld was de heilige Joris. Vaak werd hem gevraagd bescherming te bieden tegen het sterven van een gewelddadige dood.

Gebeden mogen niet verward worden met berijmde heiligenlevens, mystieke gedichten, leerdichten of liederen. De grens is immers niet altijd makkelijk te trekken aangezien gebeden ook vaak op rijm stonden. Het verschil tussen gebeden en liederen is op te merken door het al dan niet aanwezig zijn van een melodie. Liederen werden gezongen, gebeden werden gelezen.

 In de bibliotheek van het Ruusbroecgenootschap worden verschillende uitgaves van het 'Hemels Palm-Hof' bewaard, één van bekendste boeken uit 1680-1739. Dit getijden-kerkboek werd geschreven door de jezuïet Wilhelmus Nakatenus (1617-1682). In de uitgave van 1792 staat een klein hoofdstuk die gewijd is aan de betekenis van het 'gebed'. Vele elementen die hier aangehaald werden, worden daarin besproken. 

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~