---> Blijvende populariteit: na de drukkunst
Boeken
Vanaf 1455 verspreidde de drukkunst zich vanuit Mainz over Europa. Het opende de deur om boeken in grotere oplagen, sneller en goedkoper te verspreiden. De boekdrukkunst maakte het boek interessanter en gebruiksvriendelijker. De eerste drukken (incunabelen of wiegendrukken) leken in grote mate op handschriften. Bovendien waren de eerste gedrukte teksten, teksten die sowieso een publiek hadden en dus reeds bekend waren. De overgang naar het gedrukte boek gebeurde niet zomaar. Decennialang bleef men nog handgeschreven afschriften maken van (gedrukte) teksten, uit financiële of esthetische motieven. Daarbij komt ook kijken dat het schrijven met de hand een zuiverende werking had op het bestaan van nonnen en monniken. Met Gutenberg werd dus zeker niet meteen gestopt met handmatig kopiëren, het kopiëren is altijd door blijven gaan.
Na de contrareformatie werd het bidden meer zelfstandig en afstandelijk. De nadruk kwam te liggen op de vervolmaking van zichzelf. In de eeuwen volgend op de Reformatie werden gebedenboeken op grote schaal verspreid. Het was volgens de kerkelijke leiders belangrijk om het gewone volk actief te laten deelnemen aan de liturgie, ze te onderwijzen in de belangrijke geloofspunten en ze te ondersteunen bij hun persoonlijke devotie. Boeken zoals gebedenboeken konden gebruikt worden door de gelovige thuis in de privésfeer, maar ze kon ook meegenomen worden naar de eredienst. De inhoud van gedrukte gebedenboeken lag vaster dan van handgeschreven boeken. Dit geldt ook voor de vormgeving van gedrukte boeken. Alleen op de band had de bezitter nog invloed. Die kon hij/zij zo rijk laten versieren als hij/zij wilde.
Eind vijftiende-begin zestiende eeuw zijn heel wat werken met gebeden en getijden verschenen. Vanaf de vijftiende eeuw werd het productieproces omgevormd om doelgerichter en efficiënter te zijn. Gebeden- en getijdenboeken kenden nog tot de helft van de zestiende eeuw een succes.
In de bibliotheek van het Ruusbroecgenootschap wordt een mooie collectie gedrukte gebedenboeken bewaard. Een populair werk dat in de periode na de uitvinding van de drukkunst gepubliceerd was, was de passietekst 'De Vrome Uren over het leven en lijden van Jezus Christus'. Uitgegeven door Geraert Leeu in 1485. De bibliotheek bewaard een van de eerste drukken. Dit werk is bovendien ook een voorbeeld van een druk die goed lijkt op een handschrift. Dit werk werd maar liefst vijftien keer herdrukt en kent een epische toon. Het toont bovendien het belang van de relatie tussen woord en beeld . Het werk was vooral gericht op leken. Verschillende taferelen uit het lijdensverhaal worden op bladgrote houtsnedes uitgebeeld, allen ingekleurd. Elk hoofdstuk begint met een houtsnede en een gebed dat op een bepaalde dag gebeden diende te worden. Op dinsdag bijvoorbeeld betrof het een gebed over het Laatste Oordeel en vrijdag het lijden van Christus. Ook dit werk is online raadpleegbaar.
In de bibliotheek van het Ruusbroecgenootschap wordt het oudste exemplaar van 'De Vrome Uren over het leven en lijden van Jezus Christus' met houtsneden in kleur — een van de twee eerste uitgaves — bewaard. In dit exemplaar werd het bloedig zweet op Christus' voorhoofd geschilderd, een belangrijk detail in het gebed. Aan het einde van het 'Uur van de Passie', wordt de lezer aangemoedigd Christus als voorbeeld voor het leven te gebruiken. Het gebed bestaat uit de toegewijde die spreekt tot de lijdende Christus, en vice versa. De relatie tussen beeld en tekst werkte bevorderend voor het gebed. De kleur die gebruikt werd versterkte deze relatie. Het stond bijvoorbeeld symbool voor de zachtmoedigheid van Christus. Omdat het bij houtsneden moeilijk was bloed af te beelden, werd bloed afgebeeld via strepen of druppels. Rode inkt werd reeds gebruikt voor rubricatie, dus was het niet moeilijk deze te gebruiken als bloed. In de uitgave van Leeu werd ook rode inkt gebruikt om de wonden en de Arma Christi af te beelden.
Een ander interessant werk is 'De doorne croone ons liefs heeren Jesu Christi', uitgegeven door Godtgaf Verhulst (ca. 1617-1700). Dit is een mooi voorbeeld van Christus die afgebeeld wordt met een van de centrale Arma Christi, de doornkroon. Het boek bestaat uit verschillende weesgegroetjes die draaien rond het lijden van Christus en in dit geval vooral dus rond de doornkroon. Er wordt benadrukt hoeveel pijn Jezus daardoor te verduren had. Bij elke voetstap voelde Hij een uitzonderlijke pijn. Er werd herinnert aan het bloed dat langs Zijn hoofd druppelde. De pijn die Hij op zijn rug voelde wordt ook vermeld. Ten slotte wordt verteld hoeveel pijn alle wonden veroorzaakten en hoe overtollig het bloed was.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
"Weest ghegroet godertieren Heere, Jesu Christe/ ghy zijt vol genaden/ bermherticheydt is met u/ ghebenedijdt moet zijn u passie/ u wonden/ ende u bitter doodt ende dat ghebenedijdt bloedt uwer heyligher wonden (RG 3084 I 42, A)"
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Gebedsprenten
Religieuze prenten waren in de eerste plaats bedoeld als aansporing tot gebed en meditatie. Kleinere exemplaren werden in het kerk- of gebedenboek gestoken, zodat men ze tijdens de godsdienstige plechtigheden kon bekijken en lezen. De aanraking van een prentje aan een reliek had voor de gelovigen een enorme betekenis. Bovendien spoorden prenten aan tot de uitvoering van een christelijke levenswandel.
Gebedsprenten werden in grote oplages verspreid en waren vanwege het klein formaat makkelijk kwijt te spelen. Gebedsprentjes bestaan — nog meer dan handschriften of drukken — uit de combinatie tussen woord en beeld. Bovenaan het blaadje ('de drukplaat') staat een prent, onder de prent is plaats voorzien voor de gebedstekst. De naam verwijst namelijk naar de onlosmakelijke verbondenheid tussen de prent en het gebed. Een populair type gebedsprentjes waren deze op rijm, de 'berijmde gebedsprentjes'. Toch waren niet alle gebedsprentjes berijmd. In de bibliotheek van het Ruusbroecgenootschap is een mooie collectie rijmgebeden bewaard, waarvan het merendeel kan toegeschreven worden aan plaatsnijder Frans Huberti (Franciscus Huybrechts, 1650-1687).
De bibliotheek van het Ruusbroecgenootschap bewaard een mooie collectie zeventiende-eeuwse gebedsprenten in het teken van de passie van Christus. Dit bevestigt de blijvende populariteit en belang van de thematiek. Ook de kleur blijft een belangrijk element. De prenten werden met de hand ingekleurd en met de rode kleur wilde men het bloed bij Christus benadrukken en Zijn lijden letterlijk in de verf zetten. Toch is het niet zo dat elke gebedsprent in kleur werd uitgegeven. De relatie woord en beeld is hierbij van het belang. De passiegebeden op de gebedsprenten staan op rijm, en zijn dus rijmgebeden. In de bibliotheek worden ook Franstalige gebedsprenten met passiegebeden bewaard. Daarnaast zijn er ook de gebedsprenten met de zogenaamde 'XXIV uren van de Passie'. Waarbij de 24 uur van de passie uitgebeeld wordt met een bijhorend gebed. Elke prent representeert één specifiek uur.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~