Luther en Calvijn aan de Schelde

De Waarheid en de Tijd onthullen het broedsel van de paus, ca. 1585, Pieter van der Heyden, 1584 - 1585 RP-P-1885-A-9285.jpg

De Waarheid en de Tijd onthullen het broedsel van de paus, Pieter van der Heyden, 1584-1585, gravure, plaatrand: hoogte 215 mm × breedte 259 mm, Rijksmuseum Amsterdam, RP-P-1885-A-9285. Allegorische spotprent waarin de personificaties van de Waarheid en de Tijd het nest onthullen waarin de paus allerlei complotten in de vorm van monsters uitbroedt.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

De Protestantse Reformatie

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Aan het einde van de middeleeuwen was de Kerk alomtegenwoordig in het leven. Ongeveer één op de 75 personen maakte deel uit van de kerk, als priester, monnik, non of lid van een lekenorde. Vrijwel elk kunstwerk verbeeldde Bijbelse thema's. De Kerk hield toezicht op geboorten, huwelijken, contracten, testamenten en overlijdens. Alle wetten waren impliciet de wet van God Zelf. Bovendien was in de katholieke leer spirituele redding alleen toegankelijk door tussenkomst van de Kerk; zonder de rituelen of sacramenten, uitgevoerd door priesters, was de ziel gedoemd naar de hel te gaan. Er werden echter ook steeds meer twijfels geuit over haar functie en werking.

Er was een wijdverbreide bezorgdheid over corruptie binnen de Kerk. Dit was het resultaat van een nieuwe focus op het innerlijke spirituele leven van het individu die ontstond tijdens de humanistische renaissance in de veertiende eeuw. De oude centrale focus op de priester, monnik of non en het respect dat men voor hen had, verdween stilletjes aan. Nieuwe denkwijzen propageerden het idee van de verlossing van de ziel zonder de Kerk als mediator. Ook binnen de Kerk waren er stemmen die opriepen tot hervormingen om beter tegemoet te komen aan de behoeften van de leken en om beter te voldoen aan de eigen morele normen van de Kerk.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

De belangrijkste stromingen van de protestantse reformatie in de Lage Landen waren de lutheranen, anabaptisten en calvinisten.

Portret van Maarten Luther, Robert Boissard, 1597 - 1599 RP-P-OB-41.845.jpg

Portret van Maarten Luther, Robert Boissard, 1597 - 1599, Rijksmuseum Amsterdam, RP-P-OB-41.845.

Maarten Luther startte in 1517 een debat door een brief te sturen naar de aartsbisschop Albrecht van Brandenburg van Maagdenburg en Mainz met 95 academische stellingen tegen de verkoop van aflaten van de Kerk. Als aankondiging van het academisch debat werd  de lijst met de 95 aanslagen op de deur van de kathedraal van Wittenberg gehangen. Deze 95 stellingen worden door historici beschouwd als de eerste officiële daad van de protestantse reformatie. Ze waren bedoeld om debat en discussie binnen de kerk op gang te brengen. Hoewel Luther kritiek had op de rijkdom en impliciete hebzucht van de paus, viel hij het ambt van het pausdom zelf niet aan.

Portret van Menno Simons op 66-jarige leeftijd, Jacob Burghart, 1683 RP-P-BI-5308.jpg

Portret van Menno Simons op 66-jarige leeftijd, Jacob Burghart, 1683, Rijksmuseum Amsterdam, RP-P-BI-5308.

De aanhangers van het anabaptisme, dat zich vanaf het begin van de jaren dertig van de zestiende eeuw manifesteerde in Holland en Friesland, opteerden wel voor een radicale breuk met de oude kerk. De (her)doop werd pas toegediend op volwassen leeftijd, na een periode van bewuste voorbereiding. Diegene die de doop ontving, brak als het ware met zijn vroegere leven en trad toe tot een gemeenschap van heilige broeders. De termen anabaptisten en wederdopers worden met name gebruikt voor de revolutionaire fase van de doperse beweging. Deze had haar hoogtepunt rond 1534 met de anabaptistische opstand en het rijk van Jan van Leiden in Münster. Hierna kwam het grootste deel van de doperse beweging onder leiding van Menno Simons in rustiger vaarwater. Tot zijn volgelingen, die internationaal als mennonieten worden aangeduid, behoren uiteenlopende groepen als de progressieve doopsgezinden in Nederland en de conservatieve amish.

Portret van Johannes Calvijn, Reinier Vinkeles (I), naar Jacobus Buys, 1788 RP-P-1908-2673.jpg

Portret van Johannes Calvijn, Reinier Vinkeles (I), naar Jacobus Buys, 1788, Rijksmuseum Amsterdam, RP-P-1908-2673.

De belangrijkste protestantse denominatie die na de oprichting van het lutheranisme ontstond, was het calvinisme. Jean Calvin, een Franse advocaat die werd verbannen vanwege zijn sympathie voor het protestantisme, vestigde zich in 1536 in Genève, Zwitserland. Daar begon hij te werken aan zijn christelijke theologie en kreeg al snel nauwe banden met het stadsbestuur. Het resultaat van zijn werk was het calvinisme, een aparte protestantse denominatie die in veel opzichten verschilde van het lutheranisme, vooral vanwege de leer van predestinatie, de afwezigheid van vrije wil en de goddelijke almacht.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Het lutheranisme kende in de Nederlanden een krachtige start, vooral in Antwerpen. In de handelsmetropool aan de Schelde verbleven permanent Duitse kooplieden en de monniken van het in 1514 opgerichte augustijnerklooster onderhielden nauwe contacten met hun ordebroeders uit Wittenberg. Reeds in 1518 werden er boeken van Luther te koop aangeboden. De centrale overheid reageerde echter krachtdadig en na de ontmanteling van het augustijnerklooster eind 1522 viel het belangrijkste steunpunt van het vroege lutheranisme weg. In de jaren twintig ontwikkelde zich gaandeweg een brede evangelische beweging die diverse reformatorische invloeden in zich opnam. 

Omstreeks 1550 vertoonde het anabaptisme dat Menno Simons vorm had gegeven een krachtige opbloei in Antwerpen. Op korte tijd groeide het doopsgezinde broederschap er uit tot een van de belangrijkste kernen in de Nederlanden. In 1554-1555 gingen de gereformeerden in Antwerpen over tot de vorming van volwaardige tegenkerken met de oprichting van een ondergrondse Franstalige en Nederlandstalige gemeente.

Het was echter het slagvaardige calvinisme dat vanaf de jaren zestig van zestiende eeuw de dominante stroming binnen het protestantisme in de Nederlanden werd. Het ondernam zelfs pogingen om in Antwerpen de politieke macht te veroveren en slaagde daar ook in tussen 1577-1585. De godsdiensttroebelingen tussen de katholieken en calvinisten kwamen tot uiting in de Tachtigjarige Oorlog (1568- 1648), toen de protestanten uit de Lage Landen in opstand kwamen tegen de katholieke Spaanse overheersing. In de aanloop naar deze langdurige strijd vond de Beeldenstorm plaats, in het Wonderjaar 1566.

Een "tyd van oorloge ende troubels"
Luther en Calvijn aan de Schelde