Procession of St. Rosalia of Palermo, Nicolás Correa, Collection of Diego Monroy Ponce.
Vroegmoderne Europese steden probeerden vaak verlossing van de pest te verkrijgen door de hulp in te roepen van lokale heiligen en hen bij succes de rol van stadspatroon en pestheilige toe te wijzen. Zulke heiligen dateerden vaak uit de vroegchristelijke of middeleeuwse tijd en hun cultussen werden pas herrezen in de context van de pest in de vroegmoderne tijd.
De H. Rosalia viel in veel van de gebruikelijke categorieën: ze was een middeleeuwse heilige wiens band met de pest eigenlijk zwak was. Tijdens de pestuitbraak van 1624 zorgde een zorgvuldig georkestreerde 'herontdekking' er echter voor dat ze voor altijd met deze ziekte geassocieerd zou worden. Rosalia's ‘ontdekking’ tijdens de plaag van 1624 droeg alle kenmerken van de contrareformatorische beweging in de Katholieke Kerk.
De pestuitbrak van 1624 was de ergste die Palermo ooit heeft ervaren. Ze startte in juni 1624 en eiste bijna tienduizend slachtoffers – onder wie viceroy Emanuelle Filiberto – voordat het eindigde in mei 1625. De bezwering van de vier traditionele beschermers van de stad – Agathe, Nymphe, Christine en Olive – en de processie van de relieken van de heiligen Rochus, Sebastiaan en Philippe Néri stopten de epidemie niet. Verlossing kwam pas toen men zich wendde tot de bijna vergeten middeleeuwse Rosalia. Zij verscheen aan een zieke vrouw en daarna aan een jager, aan wie ze de verblijfplaats van haar relikwieën gaf. Ze beval hen haar stoffelijk overschot naar Palermo te brengen en een grote processie te organiseren door de straten van de stad, waarna de pest zou eindigen. Zo geschiedde. Burgerlijke en kerkelijke autoriteiten aarzelden niet om de relikwieën als authentiek te accepteren. De jezuïeten zouden later de cultus van Rosalia in Rome, Antwerpen en Parijs introduceren.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Nieuw Liedeken ter eeren van de H. Maghet Rosalia, Geeraerd Vanden Brande, 1629, boek Het leven van de H. maghet Rosalia van Palermo in Sicilien - patronersse van de peste, Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience: C 67900 [C2-635 f / ds E2].
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Rosalia’s hagiografie of heiligenleven was algemeen bekend, maar de ontdekking van haar botten bevorderde de heropleving en verspreiding van haar cultus in de zeventiende eeuw als beschermer tegen plagen en als toonbeeld van de boetvaardige heilige. De inwoners van Palermo geloofden dat Rosalia hen had bevrijd van de pest. Ze werd vrijwel onmiddellijk tot een van de patroonheiligen van de stad benoemd.
Toen de botten werden geïdentificeerd als deze van de heilige Rosalia, interpreteerden de jezuïeten haar afbeelding als een evocatie van Judith. Ze werd dan ook in 1627 in Rome gepresenteerd als een sterke vrouw die in staat zou zijn het kwaad te overwinnen. De jezuïeten werden de grootste voorstanders van het beeld van de Vergine Palermitan en waren verantwoordelijk voor de verspreiding ervan in heel Europa.
Niet lang nadat de overblijfselen van de heilige in Palermo waren geïdentificeerd, brachten de jezuïeten een van de relikwieën naar Parijs, waar het werd gedeponeerd in de kerk van Saint-Louis die aan het professenhuis van de stad grenst. Ook in Antwerpen werd een relikwie van Rosalia bewaard in de Sodaliteit van de Bejaarde Jongmans, tot het aan de kerk van Meer geschonken werd, waar het zich vandaag nog bevindt.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Gebed (uit 1833) tot de H. Rosalia van Palermo gelezen op haar feestdag 4 september
O almagtigen en bermhertigen God, die het lichaem van de H. Maegd Rosalia, na zoo veéle eeuwen uyt de bergen ontgraeven, aen de Geloovigen tot eene heylige bescherming tegen de pest hebt gegeéven, wilt verleenen, dat wy, die haere HH. Reliquien eeren, doór haere verdiensten en voórspraek van de pest en andere besmettelyke ziekten mogen bevryd weézen. Amen.
Vervolgens een Onze Vader en Wees gegroet
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Een andere naam die sterk verbonden is met de zware pestuitbraak van Palermo is deze van de Antwerpse schilder Anthony van Dyck (1599-1641). Zijn herinnering is in de kunstgeschiedenis bijna onafscheidelijk versmolten met die van Rosalia.
Saint Rosalie Interceding for the Plague Victims of Palermo, Anthony van Dyck, ca. 1625, Menil Collection Houston, Texas 1968_01_DJ_v01_M.
St Rosalie crowned by Two Angels, Anthony van Dyck, ca. 1625, Wellington Collection Apsley House, London.
Hij creëerde bijna in zijn eentje de iconografie van Rosalia zoals we die nu kennen: de volslanke, blonde of kastanjebruine heilige in een Franciscaans habijt en een kroon met bloemen die nog steeds op devotieprenten, traditionele glas-in-lood ramen, schilderijen, etc. wordt weergegeven.
Saint Rosalie Interceding for the Plague-stricken of Palermo, Anthony Van Dyck, ca. 1624-1625, the metropolitan museum of art New York, DP-18296-037.
Saint Rosalia, Anthony Van Dyck, ca. 1625, Museo Nacional del Prado Madrid, P001494.
De jonge van Dyck bracht tussen het vroege voorjaar van 1624 en september 1625 bijna anderhalf jaar door in Palermo, aangezien hij wegens de quarantaine de stad niet kon verlaten. Dit verblijf zal zowel angstaanjagend geweest zijn alsook buitengewoon goed voor de zijn carrière.
Maria mit Kind und den Hll. Rosalia, Petrus und Paulus, Anthony Van Dyck, 1629, Kunsthistorisches Museum Wien, GG_482_HP.
Gravure naar het schilderij: Maria mit Kind und den Hll. Rosalia, Petrus und Paulus, Anthony van Dyck, collectie Ruusbroecgenootschap.
Later keert Van Dyck nog terug tot het onderwerp en schildert een altaarstuk van haar voor de Sodaliteit van de Bejaarde Jongmans in Antwerpen, waarvan hij lid is.
Patronersse van de peste - Rosalia van Palermo